Al heb je nog zulke dure speakers, in een onbehandelde ruimte zal het geluid alsnog slecht zijn. Maak je de overstap naar betere speakers, dan is het dus aan te raden om ook verbeteringen in je akoestiek aan te brengen, anders komen de speakers onvoldoende tot hun recht. Hoe zit dat precies met akoestiek, en hoe kun je je eigen ruimte verbeteren?
Is de akoestiek van een opnameruimte niet goed, dan zullen de lelijke reflecties worden opgepikt door de microfoon en zodoende onderdeel worden van de opname. Eenmaal geregistreerd, krijg je de lelijke reflecties er nooit meer van af. Bij het mixen geldt iets soortgelijks: eventuele lelijke reflecties mengen zich met het directe geluid van de speakers waardoor je het geluid niet meer zo hoort zoals het daadwerkelijk is. Hoe slechter de akoestiek van een mixruimte, hoe lastiger het is te voorspellen hoe de mix op andere speakers zal gaan klinken. Gelukkig zijn er goede oplossingen, maar eerst moeten we weten hoe reflecties ontstaan en wanneer ze nu precies lelijk zijn.
Staande golven
In een onbehandelde ruimte zullen bepaalde tonen langer uitklinken dan andere. Dat wordt veroorzaakt door staande golven. Een staande golf ontstaat wanneer één periode precies (een aantal keer) in de lengte, breedte of hoogte van een ruimte past. Nadat de golf door een parallelle wand wordt teruggekaatst, versterkt hij zichzelf op bepaalde plekken (animatie onder). Op andere plekken wordt een dal (negatieve uitslag) opgeheven door een berg (positieve uitslag). Basweergave is dus afhankelijk van waar je je bevindt in de ruimte. In de praktijk levert dat grote problemen op. Bijvoorbeeld: een nummer dat in E staat, lijkt misschien meer bas te hebben dan een nummer in A, simpelweg omdat de grondtoon van de bas misschien wel versterkt wordt door staande golven. Dat wil zeggen, op de luisterpositie. Luister je op een andere plek in de ruimte, dan verandert het beeld. Niet echt een fijn uitgangspunt voor een goede mix! De staande golven moeten dus getemd worden. Dat is bij lage frequenties lastig, omdat ze uit zulke grote, energierijke golven bestaan. Het laag van een ruimte is dan ook altijd het moeilijkste gebied om goed te krijgen.
Probleemfrequenties van een ruimte kun je voorspellen door lengte, breedte en hoogte te delen door de golflengte. Als de lengte 6,80 meter is, past daar één complete periode van een geluidsgolf met een frequentie van 50 Hz in. 50 Hz zal daarom een belangrijke resonantiefrequentie zijn. Maar ook frequenties van 100 Hz, 150 Hz et cetera, want die passen er precies twee of meer keer in. Mocht de breedte van de ruimte exact de helft van de lengte zijn (3,40 meter), dan worden de problemen op 100 Hz nog groter. De verhoudingen van een ruimte zijn dus ook belangrijk.
In een 'waterfall-plot' kun je goed zien hoe staande golven leiden tot resonanties. In de grafiek zie je dat de nagalmtijd op 40 Hz langer is dan op andere frequenties. Dit ongelijkmatig na-ijlen vertroebelt het geluidsbeeld. Voor een goede akoestiek streef je dan ook naar een gelijkmatige nagalmtijd over het volledige frequentiebereik.
Absorberen
De overtollige energie in het laag kun je absorberen met basstraps. In professionele studio's zijn dat ruimtes achter wanden of boven plafonds, gedeeltelijk gevuld met een dempend materiaal. Meestal is dat minerale wol (steenwol of glaswol). Voor thuisstudio's zijn er losstaande tonnen en panelen die je aan de muur kunt bevestigen. Omdat het om grote golven (en veel energie) gaat, moeten basstraps groot zijn. Professionele studio's offeren er soms wel de helft van hun ruimte voor op!
Staande golven in het midden en hoog bestaan ook, we noemen ze ook wel flutter-echo's. Als je in je handen klapt, kun je zo'n echo gemakkelijk horen. Midden en hoge frequenties laten zich gemakkelijk absorberen door dunnere panelen, simpelweg omdat ze uit kleinere golven bestaan, en dus minder energie hebben. Gordijnen en tapijten helpen ook al een beetje mee. Teveel absorptie in het mid/hoog echter zou een ruimte onnatuurlijk dood maken, er moeten wel reflecties overblijven. Om nu te zorgen dat de overgebleven reflecties voldoende gevarieerd zijn, is diffusie nodig. De natuurlijke afwisseling van materialen en oppervlakken in een ruimte zorgt daar vanzelf al een beetje voor. Heb je veel wanden wanden van harde materalen als steen, beton of glas, dan heb je zowel absorptie als diffusie nodig.
Vicoustic diffusors: de verschillende frequenties worden random verstrooid, dat levert een gelijkmatiger geluidsbeeld op.
Hoe verbeter je de akoestiek van je eigen ruimte?
Het mooist is als je bij de bouw nog rekening kunt houden met de akoestiek. Met schuin tegenover geplaatste wanden bijvoorbeeld. Hierdoor zullen geluidsgolven zichzelf minder snel versterken en doven ze eerder uit. In een bestaande ruimte kun je veel bereiken met het plaatsen van akoestische panelen. Veel bedrijven bieden tegenwoordig kant en klare akoestische sets aan, bestaande uit verschillende panelen. In zo’n pakket zitten basstraps, panelen om midden- en hogere frequenties te absorberen en diffusors. Panelen kun je simpelweg met haakjes aan de muur hangen. Basstraps kun je, afhankelijk van de vorm, ophangen of stapelen. Merken met een goede reputatie zijn Primacoustic, Vicoustic, EQAcoustics, Gikacoustics, Hofa en Auralex.
EQ-Acoustics: mid-hoog absorber en basstrap.
Hoeveel panelen heb je nodig?
Een minimumset zou kunnen bestaan uit 4 basstraps, 4 mid/hoog panelen en 2-4 diffusors, een mediumset uit het dubbele. Bij een grote set kun je denken aan 12-16 basstraps, 10-14 mid/hoog panelen en 8 diffusors. De basstraps kun je in de hoeken stapelen tot aan het plafond, de resterende kun je bevestigen langs de randen van het plafond. Mid-hoog panelen verdeel je in de buurt van de luisterpositie over de voorwand en zijwanden, daarna over het plafond en achterwand. Diffusors idem dito.
Houd rekening met het volgende:
-absorptie van het laag kost het meest van je ruimte én van het budget
-in de lage frequenties kun je bijna niet teveel demping hebben. Ga maar na: hoe minder de lage frequenties weerkaatst worden, hoemeer je luistert naar het directe geluid van de speakers. En dat zal altijd rechter zijn dan wanneer de ruimte 'meedoet'.
-de laagweergave van je eigen ruimte kun je simpel zelf testen met behulp van de volgende video.
Op de plekken met de hardste basweergave, plaats je de basstraps. In de praktijk zijn dat meestal de hoeken van de ruimte.
-naarmate de frequentie hoger wordt, volstaan kleinere/dunnere panalen
-panelen en basstraps kun je strak tegen de wand monteren, maar als je een spouw overlaat van bijvoorbeeld dezelfde afstand als de dikte van het paneel, zal het werkzame gebied van het paneel met een octaaf worden verlaagd. Dat is dus extra demping voor dezelfde prijs!
Akoestisch aangepaste thuisstudio: in de hoeken hangen basstraps. Elke wand die vroege reflecties kan weerkaatsen richting de luisterpositie, is voorzien van mid/hoog absorptiepanelen. Op de achterwand zijn diffusors opgehangen.
Wie weinig geld heeft maar wel tijd, kan absorbers zelf bouwen. Het is niet moeilijk, de basis is vrijwel altijd een houten raamwerk, opgevuld met steenwol en bespannen met doek. De dikte van de panelen bepaalt het werkzame frequentiegebied. Voor midden en hoge frequenties moet je aan zo'n 5 cm denken, voor lage frequenties al snel aan 20 cm of meer. Op internet is veel informatie te vinden over studio, akoestiek en zelfbouw. Goede bronnen zijn o.a. soundonsound, realtraps en de sites van bovengenoemde fabrikanten.
Eierdozen: werkt het?
In kleine studio's en repetitieruimtes zie je ze vaak op de muur: eierdozen. Werkt het nu echt, of is het onzin? Voor isolatie werken eierdozen nauwelijks, daar is het materiaal simpelweg te dun voor. En geluid absorberen doen eierdozen alleen in het 600-800Hz gebied. Hoewel elke vorm van demping natuurlijk mooi meegenomen is, kan alleen breedbandige absorptie een gelijkmatige weergave opleveren. Helaas is de goedkope eierdozenoplossing dus geen échte oplossing.