Wie heeft er in z'n thuisstudio géén oude stompbox liggen? Of een veergalm, een tape-echo of wellicht een synthesizer met audio-ingang? Vaak hebben dit soort apparaten een unieke klank en kunnen ze onverwacht smoelwerk geven aan een productie. Maar hoe laat je ze praten met je DAW?
In dit artikel lees je hoe je de aansluitingen maakt en wat er allemaal bij komt kijken.
Aansluiten
Aansluiten van een extern apparaat kan alleen als je een audio-interface hebt met meer dan twee in- en uitgangen. Uitgang één en twee zijn immers al in gebruik voor de mix.
Een stompbox aansluiten
Praten met de DAW
Een extern effect kun je in een DAW op twee manieren in de mixer brengen:
1. Door middel van een Insert
Logic: zet de 'I/O-plugin' op het gewenste spoor. In de plugin hoef je alleen de betreffende input en output te kiezen en een 'Pingsignaal' te versturen, de DAW stuurt dan een ping naar het analoge apparaat en meet met hoeveel vertraging het signaal terugkomt. Die waarde wordt dan automatisch ingevuld bij 'latency-offset'. Alleen droge effecten zoals bijvoorbeeld een distortionpedaal kun je pingen; galm en delay niet. Gelukkig is bij effecten als galm of echo latency meestal nauwelijks een issue, de aard van deze effecten is juist dát ze vertragen, en een paar milliseconden extra vertraging is meestal dan ook geen probleem. Maar zodra je effecten vervorming, chorus, flanging of phasing gaat bijmengen is het van belang dat de roundtrip 'sample-accurate' is, anders ontstaan er fase-problemen en zou je bepaalde frequenties kwijtraken..
Logic I/O-plugin: Dry/Wet verhouding is instelbaar.
In Pro Tools ga je naar Setup->I/O en dan naar het tabblad 'Insert'. Daar kun je een naam geven aan de betreffende hardware-input of output:
Op de plek waar je in de mixer normaalgesproken plugins op het spoor zet, kies je nu niet 'plug-in', maar 'i/o':
De 'insert-methode' is de eenvoudigste manier om externe effecten in de mix te brengen. Een nadeel is dat bij iedere revisie van de mix het analoge effectapparaat aangesloten moet zijn, en exact dezelfde instellingen moet hebben. Nu zou je natuurlijk een fotootje van de stand van de knoppen kunnen maken en bij het project kunnen bewaren, maar dan nog zal veel analoge apparatuur op een ander moment net even anders klinken. In zo'n geval kan aansluiten via een Aux handiger zijn.
2. Via een Aux
Om geluid naar het externe apparaat te krijgen maak je in Logic en Pro Tools eerst een Aux-kanaal aan, in Live een Return. Kies vervolgens een willekeurige Bus als input. Kies als output van de Aux/Return de gewenste hardware-output van je interface (in het filmpje hieronder is dit 'A4'). Vervolgens kies je op alle kanalen waar je het effect op wilt gebruiken, de gekozen Bus als effectsend. Om geluid vanuit het externe apparaat in de DAW te brengen maak je een regulier (mono-) audiospoor aan, en kies je de betreffende ingang van de interface als input (in het filmpje is dat 'A4 Spring'). Zet vervolgens het audiospoor op 'Input Monitoring' door middel van de oranje 'i'-knop in Logic, de groene 'i'-knop in Pro Tools of het oranje Monitor 'In' knopje in Live.
Tijdens de mix hoor je nu het galmsignaal omdat het audiospoor op Input Monitoring staat. Tegen de tijd dat de mix klaar is, zet je het spoor op record, en 'print' je het effect voor de complete song. De Aux-methode heeft als voordeel dat het analoge effectgeluid is opgeslagen als audiotrack in het project. Hierdoor kun je de mix op een later moment nog aanpassen zonder dat het apparaat aangesloten is.
Stompbox
Zodra je een stompbox of amp aansluit, zul je merken dat het signaal uit de interface veel te hard is, en dat je de bijbehorende fader in je DAW wel 20 dB of meer moet terugtrekken om vervorming te voorkomen. Maar faders die onderin staan, zijn lastig te bedienen. Een mooie en simpele oplossing is dan om er een speciaal snoertje voor te maken. Door twee weerstandjes van een paar dubbeltjes in de plug van een jackkabel te solderen wordt het signaal voldoende verzwakt voor stompboxen. Hetzelfde kabeltje kun je ook gebruiken om bijvoorbeeld een gitaarversterker aan te sluiten zodat je je gitaren of andere instrumenten kunt re-ampen. Let op: de plug met de weerstanden moet aan de kant van de stompbox/versterker aangesloten worden!
Met een weerstand van 560 Ohm en een weerstand van 10 kOhm verzwak je het signaal dat uit de interface komt met ongeveer 25dB.
Galmveer
Een galmveer is een goed voorbeeld van een goedkoop analoog apparaat waarmee je direct sfeer en identiteit aan je productie toevoegt. Zelf heb ik voor een paar tientjes ooit een Accutronics gekocht.
De galmveer kun je vastschroeven onder een bureau of in een rack, bij mij is hij standaard aangesloten op de audio-interface. In mijn templates voor zowel Logic als Pro Tools heeft hij z'n eigen Aux, waardoor het effect in elke song direct oproepbaar is. Overigens heb je voor een springreverb juist veel level nodig; dit komt omdat de transducer die de veren in trilling brengt veel stroom nodig heeft.
Tot slot
Heb je nog geen stompbox of ander analoog effect, maar wel een interface met meer dan twee in- en uitgangen, dan loont het de moeite om eens op Marktplaats of Koningsdag rond te neuzen en een paar euro aan een effectpedaal te besteden. Draaien aan echte knoppen is leuk en intuïtief, en bovendien kun je met zo'n oud, krakend buitenboordapparaat al snel tot een interessant en persoonlijk geluid komen. En een bak ruis natuurlijk.